Deze saus vond ik op een of andere manier altijd wel een beetje spannend om te maken. Ik dacht namelijk dat het heel moeilijk was. Dat is het dus absoluut niet! Na wat speurwerk op internet heb ik de perfecte combi en verhoudingen van ingrediënten gevonden.
Op Wikipedia staat een stukje geschreven over de herkomst van de naam chimichurri. In de 19e eeuw zou de Ier Jimmy McCurry deze saus voor het eerst bereid hebben. Zijn naam was te moeilijk om uit te spreken voor de Argentijnse bevolking en zo werd het chimichurri. Hoe zouden ze De Keukenboef in het Argentijns uitspreken?
Wat heb je nodig? 4-6 porties
- 1/2 bosje peterselie
- 1/2 bosje verse munt
- 1/2 Spaanse peper
- 2 teentjes knoflook
- 1 sjalot
- 2 eetlepels rode wijnazijn
- 80 ml olijfolie
- sap van een halve citroen
Hoe maak je dit?
- Snipper de sjalot zeer fijn en zet apart.
- Doe alle ingrediënten, m.u.v. de sjalot en citroensap, in een keukenmachine en laat draaien totdat je een grove saus hebt (het teentje knoflook kan je het beste eerst even door de knoflookpers halen).
- De chimichurri hoeft niet helemaal superglas te zijn. De kruiden mogen best nog wel wat structuur hebben.
- Spatel de fijngesneden sjalot en het sap van de citroen door de saus en breng op smaak met peper en zout.
- Serveer over een lekkere gegrilde steak of schep het in een bakje en zet het los op tafel.
Voedingswaarde per portie:
- Kcal 130
- Eiwitten 0,5 gram
- Vetten 13,9 gram
- Koolhydraten 1,1 gram
- Je kan de chimichurri in een afgesloten bakje nog zeven dagen in de koelkast bewaren
- Het is ook heerlijk om je vlees te marineren in deze saus. Zet je grillpan vervolgens op standje super heet en grill het vlees aan beide kanten voor ongeveer 2 a 3 minuten.
- Wil je wat meer pit in de saus? Gebruik dan de hele Spaanse peper.
1 Comments