Vanochtend las ik een artikel waarin stond beschreven dat de gemiddelde Nederlander slechts 127 gram groente per dag eet en daarnaast ook nog te weinig fruit, vezels en vis eet. 127 gram!!! Een gemiddelde paprika weegt nog meer. Daar moeten we echt iets aan doen!
Een garnaal is natuurlijk geen vis en qua vetzuren kan je beter een lekkere vette haring verorberen, maar hé we moeten ergens beginnen. In dit recept maak ik ze met piri-piri lekker pittig. Ik kom al mijn hele leven al in Portugal en heb honderden keren kip piri-piri gegeten, dus we stimuleren de stoelgang even iets extra vandaag. Werkt echt, believe me!
Wat heb je nodig? 2 personen
- 300 gram garnalen
- 1 stronk broccoli
- 120 gram ongekookte noedels
- 1/2 bosje bosui
- Voor het piri-piri mengsel:
- 2 theelepels chilivlokken
- 1 theelepel cayennepeper
- 1 eetlepel olijfolie
Hoe maak je dit?
- Kook de noedels volgens de instructies op de verpakking, giet af en zet apart indien onderstaande nog niet klaar is binnen de kooktijd.
- Snijd de broccoli in halve roosjes en kook deze in 5 minuten net niet helemaal gaar. Je wil nog een beetje bite houden. Giet af en zet apart.
- Maak het piri-piri mengsel door de ingrediënten te mengen.
- Snijd de bosui in dunne ringetjes.
- Bak de gamba’s op hoog vuur door om-en-om te bakken, voeg na 2 minuten de broccoli en noedels toe. Meng het geheel, ik gebruik hiervoor een tang, want dat is iets makkelijker dan een lepel.
- Giet de piri-piri in de pan. Ben je bang dat het te pittig wordt? Halveer dan het mengsel dat je in de pan doet en zet de rest op tafel voor later, zodat je zelf kan bepalen hoe pittig je het wilt hebben.
- Verdeel over twee borden en strooi de bosui er over.
Voedingswaarde per portie:
- Kcal 462
- Eiwitten 43,4 gram
- Vetten 9,2 gram
- Koolhydraten 47,6 gram